Welkom op deze Blog !!!

Welkom op mijn blog


Deze blog gaat over bezoeken aan Monumenten en
Sites van de
eerste wereldoorlog.

23 mrt 2014

Lijssenthoek Military Cemetery


Tijdens de eerste wereldoorlog lag de Lijssenthoek op de hoofdcommunicatielijn tussen de geallieerde bases en de Ieperboog. Dicht bij het front maar toch buiten het bereik van de Duitse artillerie kwamen er bijna vanzelfsprekend allerlei voorzieningen voor de gewondenverzorging.

De begraafplaats werd eerst gebruikt door de Franse 15ème Hopital d'Evacuation. Vanaf juni 1915 gebruikten casualty clearing stations van de Commonwealthstrijdkrachten het. Van april tot augustus 1918 trokken de verzorgingsposten achteruit door de Duitse vooruitgang tijdens het lenteoffensief van dat jaar. Field Ambulances inclusief ook een Franse namen de plaats van de casualty clearing stations in.

De jongste is de Schot Donald McLeod Snaddon, 15 jaar (plot 2 D37) en de oudste is een Fransman, Louis Riva, 63 jaar (plot 33 E20).
Van 10.750 slachtoffers is de familienaam, de sterfdatum en het regiment bekend. Er zijn slechts 34 graven van onbekende soldaten. Het zeer hoge aantal bekende namen valt te verklaren door de specifieke aard van deze begraafplaats. Het is een hospitaalbegraafplaats. Hier rusten voornamelijk mensen die stierven in het evacuatiehospitaal. Hun naam stond al vermeld in het hospitaalregister en werd bij de grafregistratie overgenomen. De meeste doden kregen in het register ook nog de vermelding Died of wounds, gestorven door verwondingen of Died of disease, gestorven aan ziekte.

Er is een zeer interessant bezoekerscentrum in de Boescheepseweg 37.
Meer info op http://www.lijssenthoek.be






Talbot House in Poperinge



Talbot House : "Een oase van rust in een dolgedraaide wereld" Tijdens de eerste wereldoorlog maakte Poperinge deel uit van het kleine stukje onbezet België. Achter het krijgsrumoer van de Ypres Salient wordt 'Pop' als zenuwcentrum van de Britse sector overspoeld door duizenden soldaten. Het sluimerende provinciestadje ondergaat dan ook een ware metamorfose. De vloedgolf brengt niet alleen een immense verkeersdrukte en een bruisend kamp- en uitgangsleven met zich mee ('Little Paris'), maar ook de verschrikking van beschietingen en bombardementen, veldhospitalen met immense begraafplaatsen, dodencellen en executies. Op vraag van de Britse legerleiding openen de aalmoezeniers Philip Clayton - bijgenaamd 'Tubby' ('Tonnetje') - en Neville Talbot op 11 december 1915 een alternatief ontspanningsoord, een 'EVERY MAN'S CLUB', waar alle soldaten, zonder onderscheid van rang, welkom zijn. Het huis wordt voor 150 fr. Per maand gehuurd van Maurice Coevoet, bankier en hophandelaar, die met zijn gezin veiliger oorden heeft opgezocht. De naam 'Talbot House' gedenkt Gilbert Talbot, Neville's jongere broer, die enkele maanden voordien gesneuveld was. Gilbert wordt al vlug het symbool van de opoffering van een "gouden generatie" jonge mannen die in de Ieperboog het leven lieten. Met meer dan een half miljoen bezoekers in amper drie jaar tijd zou Talbot House of 'Toc H' (de uitspraak van de initialen door de seingevers) uitgroeien tot het bekendste soldatenhuis van het Britse leger. Voor velen onder hen wordt het "a home from home" waar ze een beetje lichamelijke, geestelijke of spirituele rust kunnen vinden.