kerstbestand 1914 ploegsteert
Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er meerdere informele kerstbestanden geweest. Hierbij vond op initiatief van de manschappen in de loopgraven ter gelegenheid van kerstmis een verbroedering plaats tussen de soldaten van de strijdende partijen, dit geheel tegen de zin van de legerleiding.
Rond Kerstmis 1914 hadden de weersomstandigheden oorlogshandelingen onmogelijk gemaakt en lagen beide legers tegenover elkaar in de loopgraven. Een sfeer van "leven en laten leven" ontstond. Rond Kerstmis gingen soldaten zelfs bij de vijand Kerstmis vieren in de loopgraaf, rondom een kerstboom (die vooral door Duitse troepen werden gebruikt; de geallieerden schoten ze op sommige plaatsen aan flarden, uit vrees voor een valstrik[bron?]) en werden cadeaus uitgewisseld. De dag erna volgde op sommige plaatsen zelfs een voetbalwedstrijd in het niemandsland. De merkwaardige situatie aan deze fronten duurden van een paar uur tot zelfs enkele dagen. Men waarschuwde elkaar zelfs als er een aanval zou komen. Als er in de loopgraven bezoek kwam van de legerleiding werd de tegenstander hiervan verwittigd en werd er duchtig heen en weer geschoten, over de hoofden heen. De dagen nadien werden alle lijken die nog in het niemandsland lagen gezamenlijk opgeruimd en begraven.[1]
De eerste kerstbestanden ontstonden in Vlaanderen, meer bepaald in de Ieperse sector, op initiatief van Duitse soldaten, vooral Saksische en Beierse troepen. Op sommige plaatsen namen ook Pruisische soldaten deel. Langs de andere zijde waren het vooral Britse troepen die deelnamen aan deze verbroederingen. Maar ook Belgen en Fransen deden mee. Geschat wordt dat aan het hele westfront ongeveer de helft van alle soldaten samen Kerstmis vierde (dit gebeurde tevens aan het oostfront).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten